
Rijkswet vrijwillige zetelverplaatsing van rechtspersonen
Artikel 29
1
Besluiten en beslissingen, strekkende tot het overbrengen van de plaats van vestiging en tot het aanbrengen van andere veranderingen in de akte van oprichting, statuten of reglementen, als bedoeld in de wet van 26 april 1940 (Stb. 200), waarop bij de inwerkingtreding van deze rijkswet nog niet de goedkeuring of bekrachtiging is verkregen, worden aangemerkt als te zijn genomen met het oog op het in deze rijkswet bepaalde en behouden hun kracht zolang zij niet zijn ingetrokken door een orgaan dat krachtens deze rijkswet tot het nemen van zodanige besluiten of beslissingen bevoegd is.
2
Wijzigingen of ontwerp-wijzigingen van de akte van oprichting en andere handelingen, goedgekeurd of bekrachtigd op grond van de wet van 26 april 1940 (Stb. 200), verliezen haar effect niet door de intrekking van die wet, ook niet indien op het tijdstip van intrekking een aan die wijzigingen of handelingen verbonden voorwaarde of termijn nog niet was vervuld onderscheidenlijk verstreken.
3
Met betrekking tot de rechtsgevolgen van de in het vorige lid bedoelde wijzigingen en handelingen, alsmede de verplichtingen die op de rechtspersoon of haar organen rusten, geldt deze rijkswet met ingang van haar inwerkingtreding.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.